Log in om toegang te krijgen tot je account

Nationaal Milieuprogramma
Loading...

Tijdschrift Milieu
mei 2021, nr. 3

Werken aan bodembewustzijn

Sytze Keuning (keuning@bioclearearth.nl) is directeur en Maurice Henssen (henssen@bioclearearth.nl) is senior adviseur Bodem & Water bij Bioclear Earth.

De bodem is de drager van ons landschap. Dit is zo vanzelfsprekend, dat we ons er doorgaans nauwelijks van bewust zijn. Bijna net zo geruisloos is het bodembeleid inmiddels sterk verbreed. Het omgaan met bodemverontreiniging is getransformeerd naar bodemdiensten in de brede zin van het woord. Nieuw beleid dient op deze ontwikkeling voort te borduren. Dit biedt kansen voor tal van maatschappelijke uitdagingen op het raakvlak van bodem, water, energie, klimaat, voedsel, economie, duurzaamheid, natuur en landschap.

Door: Sytze Keuning & Maurice Henssen

Nationaal voelden we in de jaren tachtig de omvang van de grootschalige verontreiniging van grond en grondwater die zich in de afgelopen honderd jaar heeft voorgedaan. Rond die tijd is ook de cruciale rol van de bodem opgemerkt en sindsdien heeft bodemkwaliteit een prominente plaats gekregen in het beleid. Dit leidde in 1987 tot de Wet Bodem Bescherming (Wbb), welke binnenkort opgaat in de bredere Omgevingswet. Inhoudelijk werd het multifunctionele saneren van verontreinigde bodems (geschikt maken voor elke functie) al snel vervangen door het functiegericht saneren (de gewenste kwaliteit in relatie tot het gebruik). Dit bleek nodig om de ambitie uitvoerbaar en betaalbaar te maken. 

Gebiedsgerichte benadering

Vanaf 2007 ontstaat een verbreding: de overgang van een gevalsgerichte benadering naar een gebiedsgerichte benadering. In een gebied met meerdere bronnen van verontreinigingen, die via het grondwater in elkaar over kunnen lopen, is het logischer en kosteneffectiever om ze niet allemaal als aparte gevallen te behandelen. Een belangrijk voordeel van gebiedsgericht grondwaterbeheer is dat het een goede manier is om andere maatschappelijke opgaven en behoeften in te passen, zoals het winnen en opslaan van energie via bodemenergiesystemen in de ondergrond. Gebiedsgericht grondwaterbeheer (GGB) is in de laatste tien jaar in meer dan twintig gemeenten toegepast. Terwijl bodemverontreiniging (dus sectoraal) vaak nog steeds de driver was voor GGB, zijn er ook plannen waar juist energieambities, klimaatadaptie of verduurzaming van de stedelijke omgeving de aanleiding voor een gebiedsgerichte benadering vormden. Een voorbeeld is de gemeente Zwolle die hiermee al in 2010 pionierde en functies heeft toegekend aan haar ondergrond om daar vervolgens bodemkwaliteiten aan te koppelen.

Onder de afbeelding gaat het artikel verder

Groene inrichting

Het inzetten van natuurlijke systemen in plaats van technische oplossingen is een nieuwe trend, denk aan ruimte voor de rivier. Ook natuurlijke groene inrichtingen passen in deze nieuwe aanpak. Deze hebben een (water)zuiverende werking én kunnen een verrijking betekenen voor de omgeving. Hier komen bodem, water en landschap bij elkaar. Bomen en planten blijken goed in staat een bijdrage te leveren in het verbeteren van grond-, water- en luchtkwaliteit, zowel in chemische zin (afbraak van ongewenste stoffen) als fysieke zin (verbetering van de structuur). Het aanbrengen van goed ontworpen groene inrichtingen is dus niet alleen mooi en functioneel, het is ook goed voor de bodem, water, lucht en de biodiversiteit. Vergroening van het stedelijke én landelijke gebied draagt dan ook bij aan meerdere SDGs. Hierin passen ook nieuwe, groene concepten die in het landelijke gebied de uitstroom van nutrienten, gewasbeschermingsmiddelen, medicijnresten en andere opkomende stoffen op gebiedsschaal kunnen behandelen. Kansrijk zijn biologische processen die optreden in aangelegde ecosystemen, zoals watercorridors, moerasbossen en helofytenfilters. Zulke ecosysteemconcepten verrijken de omgeving met andere maatschappelijk relevante functies als meer biodiversiteit, waterberging of recreatiemogelijkheden.

Ecosysteemdiensten

Parallel aan de gebiedsgerichte ontwikkeling ontstond in de afgelopen vijftien jaar steeds meer aandacht voor ecosysteemdiensten. Daaronder vallen ook bodemdiensten. Deze richten zich op de vraag welke diensten het bodemsysteem voor de mens en de maatschappij levert en hoe we het gebruik hiervan kunnen laten samengaan met de bescherming van de bodem. Een voorbeeld is de landbouw, waar de bodem als biologisch systeem de potentie heeft om veel meer functies te vervullen. Een gezonde en biodiverse bodem heeft plaagwerende eigenschappen, waardoor minder bestrijdingsmiddelen nodig zijn om de gewassen te beschermen. Een vitale bodem legt met behulp van planten en bacteriën gratis stikstof uit de lucht vast, waardoor minder kunstmest nodig is. Nieuw beleid moet ervoor zorgen dat deze vitale en ‘gratis’ bodemdiensten optimaal worden benut en beschermd. Door hierop in te zetten, in combinatie met een beperking van de externe input (kunstmest, bestrijdingsmiddelen), kan de landbouw verduurzamen én resulteren in een aantrekkelijker en biodiverser landschap.

‘ Vergroening is mooi én goed voor de bodem, water, lucht en de biodiversiteit’

Onder de afbeelding gaat het artikel verder

Veenweidegebieden

Een gevolg van de sectorale aanpak van het bodemsaneringsbeleid was dat er tot nu weinig integratie heeft plaatsgevonden tussen bodem en andere beleidsterreinen (klimaat, water, energie). Een actueel voorbeeld, waar een combinatie van meerdere invalshoeken gewenst is, zijn de veenweidegebieden. Naast hun agrarische functie hebben die ook een natuurfunctie, een recreatieve functie en een klimaatregulerende functie. Bodem en water zijn hier onlosmakelijk met elkaar verbonden. Voor de agrarische functie is een verlaagd waterpeil wenselijk zodat het land vanaf het voorjaar tot en met het najaar goed begaanbaar is, maar dat blijkt zich slecht te verenigen met de andere functies. Voor het behoud van het veen en het voorkomen van veenoxidatie en de bijbehorende CO2-emissie is juist een flinke verhoging van het waterpeil gewenst. Om dit mogelijk te maken, wordt geëxperimenteerd met andere teelten zoals de zogenaamde paludiculturen van riet en lisdodde. In de bouw kunnen deze gewassen als circulaire en biobased bouwstoffen worden gebruikt.

Bredere samenwerking

In Nederland hebben we eeuwenlang kennis opgebouwd over bodem- en watersystemen en de ontwikkeling van landschappen. Kennis die we ook wereldwijd uitdragen en benutten. Het gezegde is niet voor niets: ‘God schiep de aarde en de mens Nederland’.

Landschappelijke inrichting vormt een mooie verbinding tussen bodem en water. Hierin is nog een weg te gaan, die in de praktijk begint met het samen oplossen van de urgente kwaliteitsproblemen. Dat baant de weg om ook breder samen te gaan werken aan nieuwe maatschappelijke uitdagingen en vergezichten op de raakvlakken van bodem, water, energie, klimaat, voedsel, economie, duurzaamheid, natuur en landschap. Om te beginnen gaan ‘bodem’ en ‘water’ veel meer samenwerken op de oude thema’s van bodem en waterkwaliteit. Daarmee kunnen taaie problemen beter worden aangepakt en zijn betere oplossingen te realiseren. De thema’s in de driehoek bodem-water-landschap worden alsmaar actueler en daarmee ook omvattender en uitdagender: energie, klimaat, duurzame voedselproductie en duurzame inrichting. De maatschappelijke uitdagingen waarvoor we staan zijn groot en complex genoeg om te beseffen dat we gezamenlijk flink de handen uit de mouwen moeten steken.

‘Nieuw beleid moet de ‘gratis’ bodemdiensten optimaal benutten en beschermen’

  • Veiligheid begint met vertrouwen

    Vorige pagina
  • VVM Kort

    Volgende pagina

Abonneer je op onze nieuwsbrief

Tijdschrift Milieu is een uitgave van de VVM en verschijnt zes keer per jaar in een oplage van 1.750 exemplaren.

VVM-Lidmaatschap 2024