Log in om toegang te krijgen tot je account

Elektromagnetische velden
Loading...

Tijdschrift Milieu
mei 2023, nr. 2

Marco Visscher schreef een fout boek over kernenergie 

Kerncentrale Borssele van EPZ

Prof. dr. Wim C. Turkenburg is verbonden aan het Copernicus Instituut voor Duurzame Ontwikkeling, Universiteit Utrecht en aan WTEEC, Amsterdam. 

Kernenergie is prachtig en heeft nauwelijks nadelen, concludeert Marco Visscher in een recent boek. Maar op de onderbouwing voor die conclusie is heel veel aan te merken. Een kritische analyse.

Door: Wim Turkenburg

Wetenschapsjournalist Marco Visscher, die zich een ecomodernist noemt, schreef recent een boek met als titel ‘Waarom we niet bang hoeven te zijn voor kernenergie – de emoties & de feiten’. Daarin is zijn stelling dat als je je op de feiten baseert in plaats van op emoties, je alleen maar vóór kerncentrales voor energieopwekking kunt zijn. Nadelen zijn er volgens hem in werkelijkheid niet of nauwelijks.

Helaas gaat Visscher in zijn boek heel selectief om met inzichten van wetenschappers en resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Ook geeft hij veel zaken, visies en uitspraken van betrokken personen en instanties onjuist, tendentieus of eenzijdig weer, veelal ook met weglating van de context. Niet-ingewijden worden daardoor op het verkeerde been gezet. Laat ik een paar van de vele fouten en misvattingen fileren. 

Kan een lage stralingsbelasting tot sterfte leiden?

Visschers mening – door hem gepresenteerd als feit – is dat blootstelling van een bevolking aan een stralingsbelasting van minder dan 100 millisievert (vergelijkbaar met de belasting van 8 CT-scans) zo goed als zeker geen enkel dodelijk slachtoffer oplevert. Ter onderbouwing hiervan winkelt Visscher zeer selectief in de wetenschappelijke literatuur. 

Voor het te voeren beleid is de meerderheid van de wetenschappers namelijk van mening dat we moeten uitgaan van de zogenaamde LNT-hypothese: tussen stralingsbelasting en het krijgen van kanker (waaraan sommigen op termijn zullen overlijden) bestaat een lineair verband en er is geen drempelwaarde (een ‘veilige’ stralingsbelasting waar beneden er geen gevolgen zijn). De Amerikaanse commissie BEIR (Biological Effects of Ionizing Radiation) concludeerde in 2006 dat het huidige wetenschappelijke bewijs die LNG-hypothese ondersteunt.1 In 2007 kwam de Gezondheidsraad tot ongeveer dezelfde conclusie, en hij is ook te vinden in een advies dat de Raad in 2017 uitbracht.2 In tegenstelling tot wat Visscher suggereert, zit de ICRP (International Commission on Radiological Protection) al jaren ook op deze lijn. In 2018, net als in 2007, stelde zij dat het LNT-model een verstandige basis blijft voor bescherming tegen straling.3 Deze stellingname is in lijn met de visie van de World Health Organization uit 2013: â€˜Although some dissenting views on the LNT have been expressed, it is thought to be a prudent basis for risk assessment’.4 Het is opmerkelijk dat Visscher in zijn stellingname aan dit alles voorbijgaat.

Leidt de kernramp in Fukushima tot geen enkele stralingsdode?

Volgens Visscher is het ook ‘de wetenschappelijke consensus’ dat de kernramp in Fukushima tot geen enkel dodelijk slachtoffer door straling zal leiden. Toch zou kennisname van de getallen over de stralingsbelasting van het personeel bij de kerncentrale tot een andere stellingname moeten leiden. 

In de periode 11 maart 2011 tot 1 januari 2014 zijn volgens TEPCO (eigenaar van de kerncentrale) 1.751 werknemers blootgesteld aan een stralingsbelasting van 50 millisievert of meer, waarvan 173 aan 100 millisievert of meer. Als Visscher gelijk heeft dat er een drempeldosis bestaat en dat die 100 millisievert is, dan laten algemeen aanvaarde rekenregels op het gebied van straling zien dat van die 173 werknemers er 1 of 2 op termijn aan kanker zullen overlijden. Als we aannemen dat er inderdaad een drempeldosis bestaat en de drempel niet bij 100 maar bij 50 millisievert ligt – er zijn aanwijzingen dat de LNT-hypothese ook in het gebied van 50 tot 100 millisievert geldt 5 – dan zou de berekening uitkomen op 6 tot 12 sterfgevallen. Maar als er géén drempeldosis bestaat, dan suggereert het eerdergenoemde LNT-model dat van de 32.000 werknemers die in de genoemde periode bij de centrale Fukushima Daiichi werden ingeschakeld, er vanwege de ontvangen dosis straling zo’n 20 en mogelijk 40 aan kanker zullen overlijden. 

‘Geen gevolgen’ of ‘geen waarneembare gevolgen’?

Visscher lijkt nauwelijks te beseffen dat er groot verschil bestaat tussen zijn uitspraak â€˜blootstelling heeft geen gevolgen’ – waarbij hij zich beroept op UNSCEAR (United Nations Scientific Committee on the Effects of Atomic Radiation) – en de uitspraak ‘blootstelling heeft geen waarneembare gevolgen’ dan wel ‘blootstelling aan de straling heeft geen waarneembare toename van het aantal mensen dat aan kanker overlijdt tot gevolg’ â€“ de uitspraak die UNSCEAR werkelijk doet. Omdat ruwweg een kwart van de mensheid aan kanker overlijdt, is een paar honderd of duizend sterfgevallen erbij door kanker als gevolg van het kernongeval – optredend over 20 of 30 jaar en uitgesmeerd over meerdere jaren – niet waarneembaar. Die aantallen verdwijnen ‘in de ruis’. Maar betekent dit dat deze slachtoffers er niet zijn? Nee. UNSCEAR stelt in zijn 2020-rapport over Fukushima – een rapport waarnaar Visscher verwijst – heel helder dat ‘geen waarneembare toename’ niet hetzelfde is als ‘het afwezig zijn van risico’ of ‘het in de toekomst niet toch kunnen detecteren van bepaalde ziekten of typen van kanker als gevolg van de blootstelling aan straling’.

Onder de afbeelding gaat het artikel verder

Illustratie: Marion Crezée, uit weekblad De Nieuwe Linie (1974)

Was evacuatie uit het kernrampgebied in Fukushima helemaal niet nodig?

Visscher gaat in zijn boek nog een stap verder. Hij suggereert dat het beter was geweest wanneer na de kernramp alle circa 120.000 mensen die uit de prefectuur Fukushima zijn geëvacueerd gewoon thuis waren gebleven. In ieder geval had de evacuatie niet langer dan 1 week mogen duren, wat volgens hem in 2019 ook de ICRP gezegd zou hebben. Maar in de ICRP-publicatie waarnaar Visscher verwijst heb ik die uitspraak niet kunnen vinden. Dat zou ook vreemd zijn, zoals een simpele rekensom leert. Daarvoor is van belang te weten dat verblijf in het rampgebied in het eerste jaar, per persoon, een stralingsbelasting zou hebben opgeleverd van zo’n 20 millisievert oplopend tot 500-700 millisievert, afhankelijk van de locatie.6 Ook is van belang te weten dat een stralingsbelasting van 20 millisievert in het eerste jaar leidt tot een cumulatieve stralingsbelasting van ruwweg zo’n 100 millisievert wanneer je permanent in het rampgebied verblijft; door verval van de radioactiviteit wordt de stralingsbelasting immers van jaar tot jaar kleiner. 

Als die 120.000 mensen inderdaad waren thuisgebleven, zouden er volgens gangbare rekenregels op termijn enkele duizenden aan kanker door de straling overlijden. In een eerste orde schatting kom ik uit op mogelijk zo’n 2.000 tot 6.000.7 Daarnaast zou ook de bijkomende stress – velen zouden bevreesd zijn dat hun dat kanker-lot zou treffen – tot slachtoffers kunnen leiden. Maar Visscher ziet dit anders: ‘Bij een meltdown [kan er] een beetje straling ontsnappen, waarna voor enkele omwonenden ooit, op latere leeftijd, de kans op kanker lichtjes toeneemt – althans in theorie’.

Tegelijk moet worden opgemerkt dat er dan minder of geen doden zouden zijn door de stress en narigheid die evacuatie veroorzaakt – volgens Visscher 2.313, volgens de prefectuur Fukushima 2.326. Maar de onzekerheid in dit getal is groot (zowel naar boven als naar beneden). Daarbij gaat het overigens ook om evacuees die weg moesten vanwege primair de aardbeving en tsunami.8 Maar dat bij een kernramp het vraagstuk van disaster-related deaths door de evacuatie beter moet worden meegenomen in het te voeren beleid is zeker waar.

Was in Japan de norm voor terugkeer in het kernrampgebied 1 millisievert?

Opmerkelijk is dat Visscher de in Japan gehanteerde norm voor evacuatie niet lijkt te kennen. Hij stelt dat ‘de Japanse regering bepaalde dat bewoners pas mochten terugkeren als na een schoonmaakactie de jaarlijkse stralingsdosis niet hoger was dan 1 millisievert boven het oude niveau’. De werkelijkheid is dat bewoners zijn en worden gestimuleerd terug te keren wanneer het stralingsniveau tot beneden 20 millisievert per jaar is gezakt, wat overigens velen in Japan (waaronder ook stralingsdeskundigen) een te hoge waarde vinden. 

Overalls voor medewerkers van de Kerncentrale Borssele
Reactorvat in Borssele, waarin de brandstofstaven van de kerncentrale zitten.

Visscher’s visie op mij

Visscher opent in zijn boek ook een aanval op mij. Zo zou ik geen ‘specifieke kennis over reactoren’ hebben omdat ik ben afgestudeerd in de atoomfysica met als bijvak (onder meer) reactorfysica. Visscher weet kennelijk niet dat je als actief wetenschapper een leven lang leert om nieuwe kennis en vakgebieden tot je te nemen. Zo studeerde Jan Tinbergen in 1926 af als natuurkundige maar ontving hij 43 jaar later de Nobelprijs voor economie. 

Ook promoveert Visscher mij tot ‘grondlegger’ en zelfs ‘oprichter’ van de anti-kernenergiebeweging. Dit omdat ik in 1972 als een van de eersten wees op de problemen rondom toepassing van kernenergie en daarom, samen met anderen, opriep tot bezinning en het kijken naar alternatieven. Toch heb ik ook gezegd dat we onderzoek moesten blijven doen naar een kernenergietechnologie die veiliger is en minder radioactief afval zou produceren. Verder zou ik volgens Visscher in 2011 in het NOS Journaal hebben gesteld of gesuggereerd dat ‘het personeel in Fukushima een gewisse dood tegemoet ging’ door tijdens de ramp bij de kerncentrale te blijven. Daarmee legt Visscher mij woorden in de mond die niet zijn gezegd of zo waren bedoeld.

Demonstratie tegen tweede kerncentrale in Borssele, 2011

Enkele slotopmerkingen

Het boek van Visscher bevat vele fouten, verdraaiingen of onjuistheden waarvan er een aantal hier zijn weergegeven. Opmerkelijk is dat de meelezers die Visscher bij het schrijven van zijn verhaal had ingeschakeld – waaronder ook een stralingsdeskundige van het RIVM – hem niet van deze blamage hebben (kunnen) weerhouden en media zoals de Volkskrant zijn verhaal kritiekloos hebben gepubliceerd.9

In zijn boek betoogt Visscher dat hij van een tegenstander van het gebruik van kernenergie is veranderd in een voorstander. Het is jammer dat hij hierbij te ver is doorgeslagen naar: bij een groot kernongeluk is er niet echt iets loos, gaat u maar rustig slapen. Ik ben het met Visscher eens dat we niet onnodig bang moeten zijn voor kernenergie, straling en radioactiviteit. Ook vind ik dat we ons beter moeten voorbereiden op wat wel en niet te doen in het geval van een kernramp. Maar laten we dit alsjeblieft baseren op een juiste weergave van de feiten en ook op een juist gebruik van wetenschappelijk kennis, inclusief alle onzekerheden die daarbij spelen. En laten we het diskwalificeren van personen en organisaties die goed onderbouwd een andere visie hebben vermijden.

  1. BEIR, 2006: ’The current scientific evidence is consistent with the hypothesis that there is a linear, no threshold dose-response relationship between exposure to ionizing radiation and the development of cancer in humans.’
  2. Bevestigd werd wat de Raad eerder, in 2000, schreef: ‘Een drempel van de blootstelling waaronder geen gevolgen optreden [wordt] afwezig geacht. De werkgroep meent dat deze veronderstelling het meest plausibel is en het hanteren ervan de minste kans op een onderschatting van het risico geeft’. In 2017 schreef de Raad: ‘De kans op gezondheidsschade, met name kanker, door ioniserende straling is cumulatief met elke stralingsdosis. De periode tussen de stralingsblootstelling en de openbaring van kanker kan tientallen jaren duren. In het algemeen geldt dat, hoe lager de leeftijd is, hoe meer celdeling er nog plaatsvindt in het lichaam en hoe gevoeliger men is voor ioniserende straling.’  
  3. ICRP, 2018: ‘At radiation doses below around 100 mSv in a year, the increase in the incidence of stochastic effects is assumed by the Commission to occur with a small probability and in proportion to the increase in radiation dose … The Commission considers that the LNT model remains a prudent basis for radiological protection at low doses and low dose rate’… [It is] considered the best practical approach to managing risk from radiation exposure and commensurate with the ‘‘precautionary principle’’.’
  4. Daaraan voegde de WHO toe: ‘Attempting not to underestimate the risks, the Health Risk Assessment Expert Group [of WHO] judged that the LNT model provided the most reasonable description of the relation between low-dose exposure to ionizing radiation and the incidence of cancers’.
  5. Bij mijn bezoek aan Fukushima in 2015 vertelde de stralingsbioloog Ian Fairlie dat bij lage stralingsdoses de effecten dubbel zo groot kunnen zijn als eerder aangenomen (‘because the UNSCEAR report 2013, like previous WHO reports, no longer applies a DDREF – a dose-and-dose-rate effectiveness factor – of 2 to risk estimates’. Zie ook: www.ianfairlie.org/news/update-new-powerful-study-shows-radiogenic-risks-of-leukemia-in-workers-more-than-double-the-previous-estimate/. Daarnaast zou recent onderzoek aantonen dat de LNT-hypothese waarschijnlijk ook tussen 50 en 100 millisievert geldt, zie: www.thelancet.com/action/showPdf?pii=S2352-3026%2815%2900094-0.
  6. Volgens MEXT (Japan, mei 2011) bereikten de depositiewaarden van Cesium (Cs-134 en Cs-137) in het geëvacueerde gebied waarden van ongeveer 1.000.000 Bq/m2 tot 30.000.000 Bq/m2. Uitgaande van de rekenregel dat een depositie van 1.000.000 Bq/m2 overeenkomt met een stralingsbelasting van 16,6 mSv in het eerste jaar, betekent dit een stralingsbelasting die in het eerste jaar kan oplopen tot 500 millisievert. Volgens de Japanse nieuwszender NHK (2 sept. 2011) werd het hoogste stralingsniveau gemeten in Okuma Town, ongeveer 1 km van de kerncentrale. Daar zou je, volgens dit bericht, in het eerste jaar belast worden met ruim 700 millisievert. Gebieden met een stralingsniveau van 100 millisievert per jaar werden in 2011 gevonden tot op 32 km afstand van de centrale, in noordwestelijke richting.
  7. Als 10.000 mensen zouden worden belast met cumulatief 100 millisievert per persoon, leidt dit op termijn mogelijk tot 50 of meer sterfgevallen door straling. Als 10.000 mensen worden belast met cumulatief 2,5 sievert (in het eerste jaar 500 millisievert) per persoon leidt dit waarschijnlijk tot 1250 of meer sterfgevallen door straling. Als 120.000 mensen per persoon zouden worden belast met cumulatief gemiddeld zo’n 500 millisievert (in het eerste jaar gemiddeld zo’n 100 millisievert) overlijden hiervan waarschijnlijk 3.000, mogelijk oplopend tot 6.000, aan kanker door de straling. Het risicobeleid van Nederland zou zo’n grote kans niet toestaan, dus eveneens evacuatie gebieden.
  8. In totaal leidde de aardbeving en tsunami van maart 2011 in Japan – ook buiten de prefectuur Fukushima – tot 400.000 evacuees, waarvan 160.000 vanwege de kernramp (bron: J.M. Samet & D. Chanson, ‘Fukushima Daiichi Power Plant Disaster: How many people were affected?’, USC, 2015).
  9. Marco Visscher, ‘Schade aan kerncentrale hoeft geen ramp te betekenen’, Volkskrant, 8 oktober 2022.
  • Haiku

    Vorige pagina
  • Winst BBB: geen bedreiging maar kans

    Volgende pagina

Abonneer je op onze nieuwsbrief

Tijdschrift Milieu is een uitgave van de VVM en verschijnt zes keer per jaar in een oplage van 1.750 exemplaren.

VVM-Lidmaatschap 2024