Tijdschrift Milieu
mei 2023, nr. 2
Winst BBB:
geen bedreiging
maar kans
Foto: Gerard Til
Log in om toegang te krijgen tot je account
Bezoek ook eens onze website(s) en Social Media.
Vul een zoekterm in om te zoeken binnen alle publicaties.
Log in om toegang te krijgen tot je account
Tijdschrift Milieu
mei 2023, nr. 2
Winst BBB:
geen bedreiging
maar kans
Foto: Gerard Til
Zo’n zestig jaar geleden waren er geen stikstofproblemen. Het veevoer kwam van het land waar ook de mest terugkwam. In de Middeleeuwen kenden we al een maat voor hoeveel grond er nodig was voor één koe. Dat hebben we losgelaten met de invoer van goedkoop veevoer en niet-grondgebonden veeteelt, de oorzaak van ons stikstofprobleem. Na de verkiezingswinst van ‘boerburgerbeweging’ BBB is de vraag of die uitloopt op een teloorgang van de natuur. Of is het een kans om op een simpele en duurzame manier het stikstofbeleid vorm te geven?
Door: Johan Sliggers
BBB is de grootste partij geworden in alle provincies en bij een groot deel van de waterschappen. Betekent dit het schrappen van het hele stikstofbeleid (zie hun verkiezingsprogramma)? Of dat de Nederlandse natuur gehalveerd wordt en het grondwaterpeil overal omlaaggaat? Natuurlijk niet. Het probleem blijft namelijk bestaan dat de natuur er slecht voorstaat en Nederland gehouden is aan internationale regels en wetten. BBB ontkent ook niet dat er wat moet gebeuren, maar verzet zich vooral tegen de manier waarop.
Ondertussen gaat de achteruitgang van de natuur verder en zit ‘Nederland op slot’. Twee dagen na de verkiezing nog maakte het kabinet een stop bekend op nieuwe infrastructuurprojecten wegens een tekort aan ‘stikstofruimte’.
Het moet dus anders, en vooral: het moet eenvoudiger en duurzamer. Laten we eerlijk zijn: het stikstofbeleid is zo complex geworden dat nog maar weinigen het begrijpen. Laat staan dat dit beleid uitvoerbaar of handhaafbaar is. De BBB-winst is dus geen bedreiging, maar een kans om het stikstofbeleid opnieuw vorm te geven. Misschien is de tijd nu rijp voor een 180 graden draai van het beleid naar grondgebonden veeteelt: Niet meer dieren dan je land hebt. Terug naar niet meer dan 2 koeien per ha, of 10 vleesvarkens/zeugen/beren, of 40 schapen/geiten, of 300 stuks pluimvee.
Een generieke ‘veedichtheidsnorm’ betekent een transitie die de overheid moet faciliteren. Oud-minister Veerman heeft berekend dat dit 1,5 miljard per jaar kost. Veel goedkoper dan het voorgenomen beleid om boeren uit te kopen. Uitkopen is trouwens de grootste vergissing in het stikstofbeleid.
Overblijvende boeren hebben nog steeds te veel beesten per ha en boeren per definitie niet duurzaam. Feitelijk is uitkopen het subsidiëren van intensieve veeteelt. Het eventueel niet goedkeuren door de Europese Commissie hangt nog boven de markt. Consequentie van zo’n veedichtheidsnorm is ook dat er gesleuteld moet worden aan de prijs van duurzaam geproduceerd vlees, zuivel en eieren ten gunste van duurzaam producerende boeren. Dit kan eenvoudig via een btw-differentiatie.
Misschien is de tijd nu rijp voor een 180 graden draai van het beleid
Terug naar de basis
Er moet iets gebeuren. De verkiezingsuitslag moet gevolgen hebben en Nederland moet van het slot. Dat kan wanneer we weer teruggaan naar de basis. En dat is grondgebonden veeteelt. Het verdienmodel van intensieve veeteelt loopt trouwens op haar laatste benen. Niet alleen omdat het een enorm beslag legt op landbouwgrond en milieu, maar ook omdat andere landen met meer en goedkopere grond en arbeidskrachten het beter en goedkoper kunnen. Afscheid nemen van intensieve veeteelt is ook economisch verstandig.
Johan Sliggers werkte tot eind 2018 bij het ministerie van Milieu, waarvan 20 jaar (1990-2010) als themacoördinator Verzuring en grootschalige luchtverontreiniging. Hij was hoofdonderhandelaar voor Nederland in Brussel (EU)en Genève (UNECE) om emissieplafonds voor onder meer stikstofoxiden en ammoniak vast te stellen. Eerdere artikelen over stikstof stonden in het Tijdschrift Milieu (2021-5, 2022-3 en 2023-4).
Schaer, scheer, schaar
In ieder geval tot na de Tweede Wereldoorlog was veeteelt in Nederland grondgebonden. In de Middeleeuwen bestond al een directe koppeling tussen het aantal dieren en de hoeveelheid benodigde grond. Zo werd er gerekend met een ’schaer’, een grondmaat van niet overal exact dezelfde oppervlakte (0,54 – 0,67 ha): de oppervlakte grasland die nodig is om één koe te laten grazen (Middelnederlands Woordenboek). Hieraan gekoppeld is ‘schaar’ of ‘scheer’: een volwassen stuk ‘hoornvee’ (J.M. Verhoeff, De oude Nederlandse maten en gewichten). Ook aantallen andere diersoorten werden binnen het oppervlaktebegrip schaer geplaatst, tot aan kippen toe.
VVM-Lidmaatschap 2024