Tijdschrift Milieu
December 2023, nr. 6
RECHTVAARDIGHEID VERDIENT MEER AANDACHT
Foto’s: Michiel Wijnbergh
We moeten vandaag niet alleen praten maar ook in actie komen, zegt dagvoorzitter Peter Akkerman aan het begin van de Nationale Milieudag 2023 op 10 november in het provinciehuis in Den Haag. “Want dat is duidelijk nodig, als je ziet dat de planetaire grenzen overschreden worden en er veel onrecht is.”
Door: Jaap Rodenburg
Om het thema ‘Planetair denken en doen’ te illustreren komen er de hele dag getuigen aan het woord, die een stem uit de samenleving laten horen. Zoals student Sarah Welter, getuige voor burgers en jongeren. “Wat doet het er ook toe?” begint Sarah. “Die verzuchting komt in mijn omgeving vaak voorbij. Je twijfelt of je een biokomkommer of een gewone zult kopen, terwijl het regenwoud verdwijnt.” Dus moeten we iets gaan doen aan het beleid, stelt Welter. “Sta stil bij de vraag: hoe betrek je jongeren en hoe kunnen jongeren bij jou terecht voor stabiliteit en richting?”
Joke ter Stege, getuige voor natuur, haalt de deelnemers in de conferentiezaal even terug naar buiten. “We plaatsen onszelf als mensen nog steeds buiten de natuur, of erboven. Haal even adem en laat je gedachten afdwalen naar de bomen, de vogels, de walvissen: zij zijn net zo afhankelijk van het hele aardesysteem als jij. En probeer dan te spreken namens ons allemaal.”
Sarah Welter
De eerste inleider, Afke van Rijn, directeur-generaal Milieu, probeert ook ‘van denken naar doen te komen’ – bijvoorbeeld als het gaat om circulair inkopen of schone lucht. Het langverwachte Nationaal Milieuprogramma (NMP) gaat wat haar betreft niet alleen ‘stippen op de horizon’ bevatten voor klimaat, biodiversiteit en vervuiling, maar ook de benodigde acties. De VVM en de Jongeren Milieuraad (JMR) leverden daarvoor al eerder bouwstenen aan. Uit een groot participatietraject kwamen rechtvaardigheid, gezondheid en verantwoordelijkheid als leidende waarden uit de bus.
Het NMP moet volgens Van Rijn een samenhangend, integraal verhaal worden dat de klimaatcrisis, de biodiversiteitscrisis en de vervuilingscrisis en de samenhang daartussen adresseert. Welk verhaal? Dat hangt mede af van de verkiezingsuitslag. “Ik ben heel benieuwd naar de kleur van het nieuwe kabinet en naar de nieuwe bewindspersoon, en wat die zelf wil,” zegt Van Rijn.
Afke van Rijn
Rijksambtenaar en activist Raki Ap, getuige voor inheemse volkeren, benadrukt dat tussen planetair ‘denken’ en ‘doen’ nog ‘voelen’ thuishoort. “Het gevoel van de mensen in Groningen, of bij de omwonenden van Tata Steel en Chemours. De emoties van de boeren rond stikstof – al wordt hier niemand van z’n land gejaagd of vermoord, zoals in het globale Zuiden wel gebeurt.” Ap pleit voor een sterke en goede invoering van internationaal maatschappelijke verantwoord ondernemen (IMVO), en daar kan iedereen bij helpen. “Elk van u kan een superheld zijn,” besluit hij.
Raki Ap
Getuige voor voedsel Wouter van Eck (o.a. Milieudefensie en pionier met voedselbossen) stelt Castanea Sativa aan het publiek voor – een jonge tamme kastanjeboom, in een pot. “Deze boom groeit gratis, haalt CO2 uit de lucht, levert ons voeding, filtert fijnstof en heeft een levensverwachting van 450 jaar,” zegt Van Eck. Door veel van dat soort bomen te planten, kunnen de problemen van ondervoeding op ene plek en obesitas op de andere plek ‘volgend jaar’ zijn opgelost, stelt Van Eck. “De helft van het Nederlandse grondoppervlak staat nu vol Engels raaigras en snijmaïs voor het vee. We kunnen al die ruimte beschikbaar stellen voor koolstof- en stikstofbinding en voedsel. Van voer naar voedsel!” Daarvoor is het nodig om de schotten tussen ministeries weg te halen, vindt Van Eck. Klimaat, natuur, gezondheid en voedselvoorziening moeten leidend zijn.
Wouter van Eck
Hoofdspreker prof. Joyeeta Gupta gaat vervolgens in op de vraag wat veilige en rechtvaardige planetaire grenzen zijn. Samen met haar coauteurs kwam zij in een artikel voor Nature tot acht veilige grenzen die voorkomen dat het ‘aardesysteem’ instabiel wordt, zoals maximaal 1,5 graden opwarming, 50-60% van het aardoppervlak voor ongerepte natuur en maximaal 20% verlegging van waterstromen (zie de bespreking elders in dit nummer). Die grenzen zijn niet per definitie ook rechtvaardig. Gupta geeft een voorbeeld: “Anderhalve graad opwarming, de veilige grens, betekent dat 200 miljoen tot een half miljard mensen ernstig worden getroffen door zeespiegelstijging. Wie beslist dat dat goed is?” Bij één graad opwarming krijgen ‘nog maar’ tientallen miljoenen te kampen met grote problemen. Redenerend vanuit een door Gupta en haar collega’s ontworpen framework werd 1 graad dus de ‘rechtvaardige grens’. Het resultaat is Figuur 1. Met als pijnlijke conclusie dat de rechtvaardige grens al overschreden is – en de veilige grens binnenkort ook overschreden dreigt te worden.
Vervolgens keken Gupta en haar collega’s naar de Social Development Goals: zijn die binnen de gevonden grenzen te realiseren? Helaas: “Als we alle mensen een waardig leven geven op een niveau boven ‘overleven’, ga je alle grenzen voorbij,” stelt Gupta. “Willen we binnen alle grenzen blijven, dan is dus is een transformatie nodig, systeemverandering.” Om die transformatie te realiseren moeten de nodige barrières worden geslecht. Zoals het feit dat een oliemaatschappij een overheid voor de rechter kan slepen als die een eind maakt aan fossiele winning. En het eigenaarschap van het water onder de grond die je bezit, of zoals Gupta het noemt: landen waterroof. Maar ook factoren als inkomen, globale kapitaalaccumulatie en technologie.
Onno van Sandick meldt zich als getuige voor economie. Hij brengt een boek van Amitav Ghosh mee over historisch onrecht: de genocide op Banda door de VOC onder Jan Pieterszoon Coen in 1621. Volgens Van Sandick laat het boek zien voor hoe we met andere volken omgaan, en de aarde. “Dat gestolde onrecht, daar willen we vanaf, en dat kan,” stelt hij. De vraag voor deze dag is wat hem betreft hoe we dan naar een duurzame economie komen. “We weten dat het anders kan, maar hoe krijgen we dat voor elkaar?”
Joyeeta Gupta
Figuur 1. Veilige en rechtvaardige grenzen
Volgens Marie Kranendonk, getuige voor de toekomstige generaties en al 50 jaar milieuactivist, moeten we vooral keuzes maken en prioriteiten stellen, en ook meer aan preventie doen. Sascha Gabizon (WECF), getuige voor gezondheid, formuleert dat als het voorzorgsprincipe en het do no harm principe: stoppen met een product of proces voordat je schade aanricht. “Hele groepen stoffen moeten we uitfaseren, bijvoorbeeld de forever chemicals zoals PFAS, die overal in het drinkwater zitten.” Dus moeten we de industrie aanspreken op schadelijke erfenissen, vindt ze. “Pesticidefabrikanten zoals Bayer, BASF en Syngenta doen nu eindelijk onderzoek, maar eigenlijk is het al te laat.” Daarom vindt Gabizon het mooi dat preventie wel in het NMP zit, werken met wat we al hebben. Ook mooi is het VN-verdrag tegen plasticvervuiling. “Er is echt een ander, duurzaam productontwerp nodig.” Ivy de Bruin (SDG NL) promoot met verve de oproep aan het nieuwe kabinet voor duurzaam beleid: www.duurzaamregeerakkoord. nl. Bedrijven en organisaties kunnen het manifest ondertekenen dat zo’n regeerakkoord moet opleveren. “Doe dat en verspreid dat!” is haar oproep.
Vervolgens gaan de workshops van start, waarin bouwen aan een rechtvaardige planeet centraal staat. Bijvoorbeeld over het voedselsysteem, een rechtvaardige relatie met de natuur, het burgerberaad, schone industrie of de welzijnseconomie. Er komen vragen naar boven zoals: Wat is de plek voor de natuur in een burgerberaad? Wat komt er over voedsel in het nieuwe regeerakkoord? Volgens Raki Ap heeft wachten op de politiek geen zin. “We moeten zelf aan de slag gaan, bijvoorbeeld met het ‘bos dat van zichzelf is’, en speldenprikjes geven aan bedrijven.” Bij het thema ‘Schone industrie’ vraagt men juist om een heel sterke over voor bedrijven die willen ook loont om te veranderen.
In de middag schetst Frederike Praasterink (lector aan de HAS) een ‘houdbaar en rechtvaardig voedselsysteem’. Om de grote problemen van het huidige systeem op te lossen moet volgens haar ‘alles overal tegelijk’ gebeuren: omslag van vlees en zuivel naar plantaardig, natuurpositieve landbouw, voedseldemocratie, afstraffen van bedrijven die zich misdragen én wellbeing economie. Een groot aantal partijen werkt daaraan in het programma ‘Transitie naar een duurzaam voedselsysteem’ van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA). Dat programma propageert verandering naar ‘regeneratieve’ landbouw, voedselbossen, strokenteelt, andere voedingsgewoonten, etc. En ja, daar heb je volgens Praasterink wel de grote bedrijven bij nodig. “Als zij bewegen, gebeurt er iets.” Maar wat nu niet klopt, is dat de sleutels van de voedselketen in handen zijn van high-risk megabedrijven, stelt Praasterink. “En als consumenten zouden we moeten eten binnen de planeetgrenzen. Dat betekent een grotendeels plantaardig dieet, afkomstig uit een gezonde omgeving, natuurpositief en lokaal geproduceerd. En alleen met dieren als die afvalstromen verwerken.” Hoe we daar komen, daarover is Praasterink duidelijk: Het beleid en de geldstromen moeten veranderen; we moeten onze studenten toekomst- en systeemdenken leren, en moedig leiderschap. “En we moeten onze relatie met de natuur, met andere mensen en met onszelf onder de loep nemen.”
Een concrete suggestie van een heel andere orde komt via een videoverbinding van Jojo Mehta (Stop Ecocide Foundation): maak ecocide strafbaar. Ecocide is “het verrichten van onrechtmatige of moedwillige handelingen met de wetenschap dat er een aanzienlijke kans bestaat dat ernstige alsmede omvangrijke dan wel langdurige schade aan het milieu wordt toegebracht door deze handelingen.” Een voorstel voor zo’n wet is afgelopen zomer ingediend door Tweede Kamerlid Lammert van Raan (PvdD). “Neem die wet zo snel mogelijk aan!” is Mehta’s oproep.
Dorette Corbey (Adviesraad Internationale Vraagstukken, AIV) zet de spotlight nog sterker op het belang van rechtvaardigheid. Volgens haar is dat een voorwaarde voor ambitieus klimaatbeleid. “Gebrek daaraan geeft vertraging, groeiende armoede en instabiliteit in kwetsbare landen, en een zwakkere geopolitieke positie van Europa (‘de EU leest ons de les’).” In een recente beleidsanalyse zet de AIV uiteen op welke manier Nederland hier werk van kan maken: door de markt te reguleren, consumentengedrag te beïnvloeden, groene sector- en industriepolitiek te bedrijven, te doen aan internationale klimaatfinanciering en, last but not least, samenhang in het beleid.
De tweede ronde workshops richt zich op het planetair ‘doen’. Al blijkt dat nog niet zo eenvoudig. Op het punt ‘natuur’ moet de overheid de relatie tussen natuur en mens herstellen, in plaats van ‘grote wollige documenten’ te schrijven. Bij het thema ‘invloed van de burger’ is het motto: revolutie! We moeten op een andere manier beslissingen nemen, bijvoorbeeld door burgerberaden waarin ook de stemmen van ‘niet-mensen’ volwaardig moeten meetellen. Bij ‘nieuwe economie’ moet het systeem worden omgedraaid: zet financieel kapitaal in dienst van het sociaal en ecologisch kapitaal. Bij IMVO moeten bedrijven de inheemse bevolking betrekken als stakeholder. Zij moeten zeggenschap krijgen over het gebruik van hun grond voor ‘westerse’ oogsten. ”Hun instemming is nodig” zegt getuige Raki Ap. “We voelden tijdens de workshop het ongemak dat we ‘hier’ bepalen wat ‘daar’ acceptabel is.”
Bij het voedselsysteem wordt een perspectiefwisseling bepleit: heb het niet over het onteigenen van landbouwgrond ten behoeve van natuur, maar over het toevoegen van natuur aan die grond. Patricia de Cock: “Focus op het hele voedselsysteem, gebruik mooie verhalen en storytelling. En draai aan de knoppen van het financieel systeem.” Getuige Wouter van Eck drukt zich iets scherper uit: “De overheid heeft ons in de steek gelaten, dat moet nu veranderen. Niet meer pappen en nathouden, maar zorgen voor verantwoorde productie door boeren.” Rond het thema ‘schone industrie’ wordt gepleit voor een focus op ‘een goede gewasbescherming als service’ in plaats van op bestrijdingsmiddelen. De volgende bewindspersoon kan dat meteen gaan uitproberen met bijvoorbeeld Bayer, tuinders in het Westland en omwonenden. “Hoe kunnen tuinders met zomin mogelijk bestrijdingsmiddelen goede producten kweken? En kunnen bedrijven daar een verdienmodel van maken? Dat moet de vraag zijn.” Bij dat alles moeten we echt een sterk ministerie hebben, met een minister van Milieu en Gezondheid, tekent getuige Marie Kranendonck aan (zie ook het pleidooi van Tom Trouwborst in deze Milieu).
Antoine Heideveld presenteert de conclusie uit de presentaties die samenwerkingpartner Het Groene Brein verzorgde: wees creatiever bij het creëren van streefbeelden en toekomstvisies; benut daarbij ook kunstenaars. En richt het systeem in op meervoudige waarden. Juist door koppeling van ambities ontstaat draagvlak en energie.
Marie Kranendonk
Als Joyeeta Gupta uiteindelijk de conclusies van het congres presenteert, herkent Sandra Pellegrom, de nationaal SDG-coördinator, herkent daarin veel van de gevoerde discussies. “Complimenten voor het koppelen van milieu- en sociale doelen en het nationale aan het internationale. ‘Niemand achterlaten’ is ook bij de SDG’s een kernpunt, en dat kan door te sturen op Brede welvaart.” Maar, zegt Pellegrom ook, een beetje verduurzamen kan niet. “Je zult ook dingen moeten ombouwen en loslaten. En je kunt dit soort veranderingen niet van bovenaf opleggen; je moet ook van onderaf werken door verhalen te vertellen en goede voorbeelden te laten ontstaan. Zo kunnen denkers en doeners elkaar versterken.”
De Nationale Milieudag kwam tot stand in samenwerking tussen VVM, de Vereniging voor Milieurecht en Het Groene Brein.
Sandra Pellegrom
Voorbij de koplopers – neem diversiteit als uitgangspunt
Uit analyse van de vragenlijstdata die we in 2020 verzamelden onder een representatieve dwarsdoorsnede van de bevolking, als onderdeel van de Balans voor de Leefomgeving, konden we vijf clusters van perspectieven onderscheiden (Figuur 2, Weessies et al. 2023). De eerste groep, de probleemontkenners, is het kleinst (7%), en bestaat hoofdzakelijk uit praktisch opgeleiden. De nauwelijks betrokkenen (22%) en de lokaal betrokkenen (15%) maken zich weliswaar zorgen over klimaatverandering, maar zijn misschien nog wel bezorgder over de kosten van het leefomgevingsbeleid. Het verschil tussen beide groepen is dat de lokaal betrokkenen veel problemen ervaren in hun directe leefomgeving (luchtvervuiling, zwerfafval) en zich afvragen waarom de overheid dáár niet meer aan doet. Deze groep woont relatief vaker in een sterk verstedelijkte omgeving. De afwachtend betrokkenen (38%) en de actief betrokkenen (19%) zijn over het algemeen hoger opgeleid en hebben meer vertrouwen in de overheid. De groep van afwachtend betrokkenen vertrouwt erop dat de overheid voldoende doet voor de leefomgeving, terwijl de actief betrokkenen willen dat de overheid méér doet aan klimaat-en biodiversiteitsbeleid (Weessies et al. 2023, Bouma et al. 2020). Wil je als overheid de verschillende groepen beter bij het milieu en leefomgevingsbeleid kunnen betrekken? Dan is het belangrijk om de verschillen tussen de groepen te begrijpen en hier rekening mee te houden in de vormgeving van en communicatie over het beleid. In het ‘signalenrapport’ benoemen we verschillen in weten, willen, kunnen en doe-vermogen om hier praktische handvatten te geven.
Zorg voor een omgeving die duurzaam gedrag faciliteert
-
Rechtvaardigheid verdient meer aandacht (copy)
Vorige pagina
Warning: Undefined array key -1 in /var/hpwsites/u_twindigital_html/website/html/webroot/milieu.vvm.info/wp-content/plugins/diziner-core/lib/TwinDigital/Diziner/Core/Post.php on line 965
-
Rechtvaardigheid verdient meer aandacht (copy)
Volgende pagina
Warning: Undefined array key 0 in /var/hpwsites/u_twindigital_html/website/html/webroot/milieu.vvm.info/wp-content/plugins/diziner-core/lib/TwinDigital/Diziner/Core/Post.php on line 928
Externe Links
VVM-Lidmaatschap 2024
- Persoonlijk: € 150,-; buitenland: € 176,-
- Studenten: € 15,-
- Young (t/m 35): € 95,-
- Gepensioneerden, partners en uitkeringsgerechtigden: € 95,-
- Proeflidmaatschap (6 mnd): € 80,-
- Organisatielidmaatschap: vanaf € 1000,-
- Abonnementsprijs 2024 € 150,-; toeslag buitenland € 26,- (excl. 9% btw); Los nummer: € 25,- (excl. 9% btw)