Reacties (copy)

Tijdschrift Milieu
December 2023, nr. 6

REACTIES

Reacties op artikelen in dit tijdschrift zijn van harte welkom bij milieu@groenvoer.nl. Lange reacties kunnen door de redactie worden ingekort.  

Een huis dat dreigde in te storten door gaswinning is versterkt. Foto: Pierre Crom / CC BY-NC-SA 2.0 DEED

Het is nog lang niet veilig in Groningen

In Tijdschrift Milieu nr. 5 zetten Charles Vlek en Rob Geerts hun visie op de veiligheid in Groningen uiteen. De auteurs hebben kritiek op het werk van SodM als toezichthouder en adviseur van de staatssecretaris ten aanzien van de veiligheid in Groningen. In deze reactie zet ik uiteen hoe SodM tot haar conclusie komt over de veiligheid in Groningen.

Het begrip veiligheid dat SodM hanteert volgt uit de Mijnbouwwet. Voor Groningen heeft de overheid een veiligheidsnorm laten ontwikkelen door de commissie Meijdam. Deze commissie heeft gesteld dat inwoners van Groningen niet mogen worden blootgesteld aan een hoger risico door de gaswinning dan iedere andere inwoner in Nederland. Deze norm is 10-5/jaar; dat betekent een kans van maximaal 1 op de 100.000 dat iemand komt te overlijden door een aardbeving door de gaswinning gedurende een jaar. Maar veiligheid is meer dan alleen die technische veiligheid van dat huis. Schade aan gebouwen, stress en gezondheidsschade zijn eveneens onderdeel van veiligheid.

Seismische activiteit

De aardbevingen die nu nog voorkomen worden veroorzaakt door vereffening van de drukverschillen in het Groningen-gasveld. Deze drukverschillen zijn ontstaan door decennialange gaswinning. Dit proces van vereffening kan nog enkele decennia duren. Pas als die druk overal gelijk is, zullen er geen gasgerelateerde aardbevingen meer zijn. De komende jaren is er weliswaar een relatief zeer kleine kans op aardbevingen met magnitude 4,5 of hoger, maar bij het optreden van zo’n beving is de kans dat huizen (gedeeltelijk) instorten hoger dan wat we in Nederland acceptabel vinden. Daarom is het belangrijk dat de versterking voortvarend wordt doo-gezet en is het onjuist dat het met het stoppen van de gaswinning ‘officieel veilig’ zou worden in Groningen, zoals de auteurs Vlek en Geerts stellen in hun artikel. 

Sinds 2012 neemt het aantal bevingen met een magnitude van 1,5 of hoger weliswaar af; maar sinds gasjaar 2016/2017 laat de gemeten seismiciteit, met uitzondering van het gasjaar 2018/2019, een trend zien waarbij er meer bevingen optreden dan de modellen voorspellen. De NAM en TNO doen op verzoek van respectievelijk SodM en het ministerie van EZK onderzoek om deze modellen te verbeteren.

Veiligheid huizen

Of een huis veilig genoeg is, wordt bepaald door een woning te beoordelen met behulp van de Nederlandse Praktijkrichtlijn (NPR) of de door TNO ontwikkelde typologie-aanpak. Beide methoden hanteren als uitgangspunt dat een huis moet voldoen aan de veiligheidsnorm 10-5/jaar. De Nationaal Coördinator Groningen (NCG) verwacht op dit moment dat er nog ruim 13.000 adressen moeten worden versterkt. De versterkingsopgave heeft uitsluitend tot doel om het huis constructief veilig te maken en beoogt niet, zoals Vlek en Geerts suggereren, (ook) schadepreventie. Naast de versterking van hun huis hebben veel bewoners ook schade, veelal in de vorm van scheuren in de muren. Overigens hebben ook veel bewoners van huizen die niet versterkt hoeven te worden, te maken met dit soort schade.

Inmiddels is er meer kennis over aardbevingsbestendig bouwen, en is de gaswinning sneller afgebouwd. Dit betekent dat huizen minder zwaar of zelfs helemaal niet meer hoeven worden versterkt. Toch zijn er op dit moment, op basis van de nieuwste inzichten, nog steeds huizen waarvan niet is aan te tonen dat zij veilig genoeg zijn. Er worden ook gebouwen versterkt volgens inmiddels verouderde inzichten. Het is een keuze van de regering geweest om gedane beloftes rond de versterking na te komen, maar bewoners mochten na de bestuurlijke afspraken van 2020 ook kiezen voor een herbeoordeling op basis van de nieuwste inzichten. In 2022 bleek na herbeoordeling bij 3 op de 5 huizen nog versterking nodig.1 De auteurs Vlek en Geerts baseren hun standpunt over de gebouwveiligheid in Groningen op het SDRA-model van TNO. De door de auteurs aangehaalde SDRA is echter niet bedoeld en wordt ook niet gebruikt om de veiligheid van een individueel gebouw te bepalen.2 Het SDRA-model kan namelijk niet vertellen welke gebouwen versterkt moeten worden, want het werkt op basis van onvolledige informatie over individuele huizen. Een huis met een (licht) verhoogd risico zal altijd eerst nog worden opgenomen en beoordeeld om te kunnen bepalen of, en hoe, het daadwerkelijk versterkt moet worden. Er wordt dus ook niet versterkt op basis van een kans (percentage) dat een gebouw aan de veiligheidsnorm voldoet, zoals de auteurs optekenen. Zoals eerder aangegeven wordt voor de beoordeling van individuele gebouwen gebruik gemaakt van de NPR of de typologieaanpak. Hierbij worden de specifieke kenmerken van het gebouw bezien om de veiligheid van dat gebouw te beoordelen. In zowel de NPR als de typologieaanpak wordt uitgegaan van conservatievere aannamen dan in de SDRA. Hiermee wordt gewaarborgd dat een gebouw, ondanks alle onzekerheden en onvolledige kennis, met voldoende zekerheid veilig verklaard kan worden. Dit is ook een keuze van de regering, die bovendien overeenstemt met het regeringsbeleid voor storm- en waterveiligheid.

Gezondheid en welbevinden

Uit onderzoek van Gronings Perspectief (Rijksuniversiteit Groningen) uit 2023 blijkt dat de gezondheid en het welbevinden van bewoners van het aardbevingsgebied deels zijn verslechterd ten opzicht van voorgaande jaren.3 Nog steeds trekken de onzekerheid over de aardbevingen, de schade aan huizen, de rompslomp en het lange wachten rondom het schadeherstel en de versterkingsoperatie, en een stelsel van regelingen een zware wissel op de levens van gedupeerde bewoners in Groningen. Dit heeft een duidelijk effect op de fysieke en geestelijke gezondheid van bewoners in het bevingsgebied, hun vertrouwen in overheden en instanties, maar ook op hun kijk op de leefbaarheid van hun dorp en regio en hun toekomstverwachtingen. 

In 2018 concludeerde Gronings Perspectief dat op basis van de omvang van de gezondheidsklachten en de wetenschappelijke kennis over de gevolgen op langere termijn, vijf of meer mensen per jaar kunnen overlijden door deze problematiek. In 2022 gaf de toenmalige onderzoeksleider aan dat dit een zeer conservatieve schatting betrof. Gemiddeld zou het gaan om zestien sterfgevallen per jaar, met een bandbreedte van 11 tot 21. Dit in de afgelopen jaren meegewogen in de adviezen en het toezicht op de veiligheid in Groningen.

Versterking heeft hoogste prioriteit

Het risico van instorting van een woning door een aardbeving in het Groningen-gasveld moet hetzelfde zijn als het risico dat inwoners lopen door bijvoorbeeld een storm of dijkdoorbraak. Door het achterblijven van de versterkingsopgave is dat nu niet overal het geval. Daarom moet de snelheid van de versterking omhoog. Behalve de positieve effecten die dit zal hebben voor de gebouwveiligheid, zal dit naar verwachting ook positief effect hebben op de gezondheid en het welbevinden van de gedupeerde Groningers, net als het benodigde voorspoedig schadeherstel van alle huizen buiten de versterkingsopgave. Daarnaast is er uiteraard ruimte voor genoegdoening, mogelijk in de vorm van verduurzaming van huizen, maar dat mag niet ten koste gaan van de versterkingsopgave en daarmee de veiligheid.

Mr. Binne-Jan de Haancoördinator toezicht Groningen bij Staatstoezicht op de Mijnen

mr. Binne-Jan de Haan


    Warning: Undefined array key -1 in /var/hpwsites/u_twindigital_html/website/html/webroot/milieu.vvm.info/wp-content/plugins/diziner-core/lib/TwinDigital/Diziner/Core/Post.php on line 965
  • Reacties (copy)

    Vorige pagina

    Warning: Undefined array key 0 in /var/hpwsites/u_twindigital_html/website/html/webroot/milieu.vvm.info/wp-content/plugins/diziner-core/lib/TwinDigital/Diziner/Core/Post.php on line 928
  • Reacties (copy)

    Volgende pagina

Abonneer je op onze nieuwsbrief

Tijdschrift Milieu is een uitgave van de VVM en verschijnt zes keer per jaar in een oplage van 1.750 exemplaren.

VVM-Lidmaatschap 2024