Tijdschrift Milieu
December 2023, nr. 6
Kansen op versnelling en verduurzaming van warmtenetten
Stadsverwarmingscentrale in Purmerend, geheel gestookt op biomassa.
De schrijver is consultant klimaatverandering en voormalig medewerker van het Europees Milieuagentschap.
Veel meer woningen moeten een aansluiting krijgen op een warmtenet, maar de praktijk is weerbarstig. In veel gemeenten stokt daardoor de ontwikkeling van warmtenetten; aardgas en biomassa blijven de belangrijkste warmtebronnen. Hoe kunnen we versnellen en verduurzamen? Daarover ging een recente VVM-bijeenkomst.
Door: André Jol
Een belangrijk doel van de energietransitie is om het aantal nieuwe warmtenetaansluitingen van woningen sterk te verhogen. Dit is uitgewerkt in de Transitievisies Warmte van gemeenten1. De praktijk is echter weerbarstig. Het is lastig om een aantrekkelijke business-case te ontwikkelen voor bewoners en om duurzame warmtebronnen toe te passen. In veel gemeenten stokt de ontwikkeling van warmtenetten en in de bestaande netten blijven aardgas en biomassa vaak de belangrijkste bronnen. In een bijeenkomst begin oktober 2023, georganiseerd door de VVM-sectie Klimaat en Energie, werden de oorzaken van de trage voortgang geanalyseerd en handreikingen aangereikt voor versnelling van de netten en verduurzaming van de warmtebronnen.
Een van de doelstellingen voor de energietransitie in de gebouwde omgeving is om in 2030 500.000 nieuwe warmtenetaansluitingen te hebben in de bestaande bouw. Momenteel zijn er ca. 380.000 aansluitingen op grote warmtenetten en 64.000 op kleine warmtenetten. Hiervan bestaat slechts een klein deel uit bestaande woningen. De toename vindt voornamelijk plaats bij nieuwbouw. Het grootste deel van de warmtenetten levert warmte op hoge temperatuur (90 graden Celsius, HT) en midden-temperatuur (55-70 graden, MT). Bij nieuwbouw betreft het voor een deel lage-(30-55 graden, LT) en zeer lage- temperatuur (20 graden, ZLT)-netten.
Er zijn een aantal redenen voor de geringe groei, vooral bij bestaande woningen. Investeerders zijn onzeker over de toekomst van de Wet collectieve warmtevoorziening (WCW). Deze wet is bedoeld om de groei en verduurzaming van collectieve warmtesystemen in de gebouwde omgeving te faciliteren. Verder is onduidelijk in hoeverre het voorstel om de infrastructuur van warmtenetten in publieke handen te brengen door zal gaan. De rijksoverheid heeft een aantal maatregelen genomen om opschaling te bevorderen, waaronder de kennis- en leerprogramma’s Aardgasvrije Wijken (PAW)2 en Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW)3. Daarnaast is subsidie mogelijk via het NieuweWarmteNU! (NWN)4 in het Nationaal Groeifonds, voor warmtenetten met groot opschalingspotentieel en innovatieve technologieën, en de Warmtenet Investeringssubsidie (WIS)5, voor het deel dat zich niet terugverdient. De vraag is of dit voldoende zal zijn om de doelen te behalen.
Zoneiland Almere: zonnecollectoren leveren warmte aan de erachter liggende wijk.
Monitor duurzaamheid van warmtenetten
De huidige warmtewet verplicht warmtebedrijven om diverse duurzaamheidsindicatoren van hun warmtenetten te rapporteren6 volgens een geharmoniseerde methode: CO2-emissie, primair fossiel energiegebruik en de aandelen hernieuwbaar en restwarmte. Volgens Peter van Vugt (adviseur duurzame warmte en koude bij RVO), die deze data analyseert en samenvat, is de meest recente gewogen gemiddelde CO2-emissie van grote warmtenetten 21,6 kg CO2 per geleverde GJ. Als de trend doorzet, lijkt de doelstelling uit het klimaatakkoord van 18,9 kg/GJ in 2030 haalbaar (dit komt overeen met 70% besparing in CO2-emissie ten opzichte van individuele cv-ketels op aardgas). Het aandeel hernieuwbare energie van de totale geproduceerde warmte ligt op 37,9 %. Het grootste deel hiervan bestaat uit warmte uit afvalverbrandingsinstallaties en biomassacentrales. Hierbij is het biomassa deel hernieuwbaar. Het aandeel restwarmte van de totale geproduceerde warmte is 8,8%. De overige warmte komt vooral uit elektriciteitscentrales en hulpketels. Een grote uitdaging is echter om het aandeel van installaties met aardgas als hoofdbron verder te verlagen en te vervangen door duurzame energiebronnen: bodemwarmte, geothermie, aquathermie en zon. Verder is het de vraag in hoeverre het gebruik van houtige biomassa in de toekomst gaat veranderen. Een afname van biomassa betekent dat andere bronnen sneller ontwikkeld moeten worden.
Peter van Vugt
Onder de afbeelding gaat het artikel verder
Werking van het Zonnewarmtenet in Ramplaankwartier, Haarlem. Illustratie: Onno Beukenhorst, 2022, Project Zonnewarmte.nl
Warmtepact en energieopslag
In 2019 heeft de stichting Natuur & Milieu (SNM)7 met een aantal energiebedrijven het Warmtepact afgesloten met als doel om alle warmtenetten in Nederland in 2040 volledig te voeden met duurzame bronnen. Peter de Jong (programmaleider Duurzame Energieproductie bij SNM) geeft aan dat dit Warmtepact campagne voert om het energietransitiebeleid en de uitvoering aan te passen waar nodig. Een ander doel van Natuur & Milieu is dat biomassa niet meer als hoofdbron voor de warmtevoorziening wordt ingezet, maar alleen nog voor de piekvraag. Natuur & Milieu zet zich ook in voor meer en betere isolatie van woningen. Inmiddels is er een Nationaal Isolatieprogramma8, met als doel om 2,5 miljoen woningen te isoleren in 2030, gericht op slecht geïsoleerde huur- en koopwoningen. Verder is energieopslag cruciaal in het toekomstige energiesysteem. Het ministerie van EZ heeft hiervoor een routekaart9 uitgebracht met veel aandacht voor innovatieve technologie voor warmteopslag, zoals grote warmwatertanks, ‘vaste stof warmteopslag’ en opslag via thermochemische materialen, zoals zouthydraten Ontwikkeling en uitvoering hiervan, in samenhang met opslag en conversie (bijvoorbeeld via waterstof) van elektriciteit, is een belangrijke uitdaging de komende jaren.
Peter de Jong
Zeer lage temperatuur warmtenetten
Het ‘Topconsortium voor Kennis & Innovatie’ (TKI) Urban Energy ondersteunt bedrijven en kennisinstellingen bij de ontwikkeling en toepassing van energie-innovaties voor het verduurzamen van onder andere woningen10. Robert Jan van Egmond (programmamanager Duurzame Warmte en Koude bij TKI Urban Energy) schetst een mogelijke nieuwe route voor versnelling met ZLT-uitwisselingsnetten als basis. Hierbij is per woning een kleine warmtepomp nodig. Er zijn diverse grote voordelen. Zo is een dergelijk net ook geschikt voor koelen, wat in de toekomst steeds meer nodig zal zijn. De regelgeving gaat het energetisch verbeteren via onder andere isolatie steeds meer verplichten, waardoor de woningvoorraad in 2050 grotendeels klaar moet zijn voor LT-netten. Uit LCA (levenscyclusanalyse)-berekeningen blijkt, dat ZLT-gebaseerde netten een veel betere milieuprestatie (bijvoorbeeld een lagere CO2-emissie) kunnen hebben, met name waar geen hoge temperatuur restwarmte beschikbaar is. De businesscase is eenvoudig, gebaseerd op vastrecht en huur van de warmtepomp. Iedere lokale warmtebron kan zijn warmte kwijt (of koude ontvangen), zoals supermarkten en datacenters. Van Egmond bepleit een programmatische aanpak. Alleen met projecten kan er onvoldoende snelheid worden gemaakt. Hij denkt daarbij aan een aanpak zoals die bij glasvezel wordt gevolgd, namelijk aanleg bij alle woningen. Verder onderzoek en ontwikkeling zijn nodig, waaronder door rekenen met toekomstige klimaatscenario’s, uitwerken van de maatschappelijke businesscase en innovatie van tapwater- en warmteopslagsystemen.
Hoe nu verder?
Het huidige nationale beleid lijkt niet voldoende om de doelstellingen voor 2030 voor nieuwe warmtenetaansluitingen van woningen te behalen. Aanvullend beleid en versnelling van de uitvoering van het huidige beleid zijn noodzakelijk. Hierbij is er een rol voor alle betrokkenen, de rijksoverheid, gemeenten, warmtebedrijven, netbeheerders en bewoners. Een radicale herziening die een deel van de oplossing kan zijn is de uitrol van ZLT-warmtenetten. Dit kan zoals bij glasvezel (of destijds bij het gasnet) in elke woning worden aangelegd. De vraag is wie dit voorstel gaat oppakken en trekken en hoe de betrokken partijen hierin gaan acteren.
- PBL, 2023, Overzicht transitievisies warmte (https://www.pbl.nl/publicaties/overzicht-transitievisies-warmte)
- https://www.aardgasvrijewijken.nl/
- https://nplw.nl/
- https://nwn.nu/
- https://www.rvo.nl/subsidies-financiering/wis
- https://www.rvo.nl/onderwerpen/verduurzaming-warmtevoorziening/publicaties-warmte-en-koude/rapportage-duurzaamheid
- https://natuurenmilieu.nl/project/gasvrij-wonen/
- https://www.volkshuisvestingnederland.nl/onderwerpen/nationaal-isolatieprogramma
- https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2023/06/07/bijlage-1-routekaart-energieopslag
- https://topsectorenergie.nl/nl/kennisbank/innovaties-voor-warmte-in-wijken/
Robert Jan van Egmond
-
Kansen op versnelling en verduurzaming van warmtenetten (copy)
Vorige pagina
Warning: Undefined array key -1 in /var/hpwsites/u_twindigital_html/website/html/webroot/milieu.vvm.info/wp-content/plugins/diziner-core/lib/TwinDigital/Diziner/Core/Post.php on line 965
-
Kansen op versnelling en verduurzaming van warmtenetten (copy)
Volgende pagina
Warning: Undefined array key 0 in /var/hpwsites/u_twindigital_html/website/html/webroot/milieu.vvm.info/wp-content/plugins/diziner-core/lib/TwinDigital/Diziner/Core/Post.php on line 928
Externe Links
VVM-Lidmaatschap 2024
- Persoonlijk: € 150,-; buitenland: € 176,-
- Studenten: € 15,-
- Young (t/m 35): € 95,-
- Gepensioneerden, partners en uitkeringsgerechtigden: € 95,-
- Proeflidmaatschap (6 mnd): € 80,-
- Organisatielidmaatschap: vanaf € 1000,-
- Abonnementsprijs 2024 € 150,-; toeslag buitenland € 26,- (excl. 9% btw); Los nummer: € 25,- (excl. 9% btw)