Tijdschrift Milieu
December 2023, nr. 6
BROEDPLAATS
VOOR STARTUPS
Foto: Jaap Rodenburg
Kristel Stassen (Oud Ade, bij Leiden) en Kornelis Jorna (Schalkhaar, bij Deventer) hadden beiden ervaring met het geven van trainingen over milieuregelgeving. Ze werden allebei vrij kort na elkaar actief bij de VVM-sectie Milieurecht en Praktijk, een kleine twee jaar terug. Alles was toen online vanwege corona. Fysiek ontmoetten ze elkaar voor het eerst bij de jaarlijkse barbecue die de sectie hield. Daar kwamen ze naast elkaar te zitten – en raakten ze in gesprek.
Dat gesprek had een behoorlijke aanloop. Al werd Kornelis al in 2007 VVM-lid, de eerste 10-12 jaar was hij naar eigen zeggen nooit echt actief. “Toen ik zelfstandig adviseur werd, ben ik wel volop gaan meedraaien. Fantastisch, dat had ik eerder moeten doen! De meerwaarde van mensen leren kennen die in hetzelfde werkveld zitten als jij, kennis met hen delen, dat is heel waardevol.” Dat is ook Kristels ervaring. Zij was niet eerder op het idee gekomen om actief te worden binnen de VVM. Tot Rens Bolkestein, samen met Jos Dolstra sectievoorzitter, haar zo’n twee jaar geleden vroeg of ze bij het sectiebestuur wilde komen. “Met de drukte van een eigen bedrijf en jonge kinderen was het er nooit eerder van gekomen om zoiets als een bestuurslidmaatschap ernaast te doen. Nu mijn tweeling ouder is, kwam Rens’ verzoek op een goed moment.” Herkenbaar voor Kornelis: “Mijn twee kinderen zitten nu allebei in de bovenbouw van de basisschool, dat geeft wat meer ruimte.”
In elke vergadering van het sectiebestuur vertelt iedereen iets over zijn of haar beroepspraktijk. “Zo leer je veel van elkaar, erg leuk,” zegt Kornelis. Verder heeft iedereen zijn of haar eigen rol. “Kornelis houdt ervan om evenementen zoals de Dag van de Omgevingswet te organiseren, ik schrijf juist graag bijdragen voor Tijdschrift Milieu of de congresbundel,” zegt Kristel.
“Dat kan allemaal. Het sectiebestuur is zeker een aanrader, Rens en Jos weten als voorzitters iedereen in zijn kracht te zetten. Je wordt ingezet op je talenten om iets voor elkaar en anderen te betekenen. Ook jongeren. Dus kom vooral meedoen!”
1 + 1 = K2
Afijn, terug naar het gesprek tijdens de sectiebarbecue. “Kornelis was een training over de Omgevingswet aan het ontwikkelen voor Pont Academy en zocht iemand om de teksten te reviewen,” vertelt Kristel. “Dat wilde ik wel doen – dus toen werd Kornelis mijn klant. Vervolgens ontstond het idee om samen een bureau voor omgevingswettraining te beginnen. Op basis van onze voornamen zeiden we toen: 1 + 1 = K2. In maart zijn we de oprichting van ons bedrijf gaan voorbereiden. Dat ging snel. Eind mei zaten we al bij de KvK voor de formele oprichting van K2 Omgevingswettraining.”
K2 is ook nog een zeer hoge bergtop in de Himalaya, maar dat is volgens het tweetal toeval – hoewel Kristel wel graag in de bergen wandelt. “Met K2 naar de top, hmm… het zou een slogan kunnen zijn,” aarzelt Kornelis. “Wij zaten meer op het spoor van de 3J’s en de 2K’s.” In elk geval merkte de grafisch ontwerper die het logo ontwierp op dat de twee het steeds zo met elkaar eens waren. “We zitten altijd redelijk op één lijn,” vindt Kristel. Bovendien vullen ze ze elkaar goed aan: Kristel is momenteel vooral actief bij overheden in de Randstad, Kornelis werkt vooral voor bedrijven door heel het land. “Hoewel tegenwoordig bijna alles ook online is,” relativeert Kornelis dat.
Platgebeld
Na een paar berichten op LinkedIn – dat werkt als een trein, merkten de twee – werden ze naar eigen zeggen ‘meteen platgebeld’. “Iedereen wilde tussen de zomer en kerst een training, vanwege de invoerdatum van de Omgevingswet op 1 januari,” zegt Kristel. “De behoefte blijkt nog groter dan gedacht, onze timing was erg gelukkig.” Daarbij helpt het dat de twee allebei al veel ervaring hadden. Kornelis: “Qua inhoud deden we veel hetzelfde; Kristel vooral bij de overheid, ik grotendeels bij bedrijven. Ik heb via de VVM heel veel mensen leren kennen; via de Dag van de Omgevingswet die ik mede heb georganiseerd is mijn netwerk echt geëxplodeerd. Je hebt contact met mensen uit het hele land, dat is hier heel leuk aan.”
Volop gaan meedraaien in de VVM, dat had ik eerder moeten doen!
Schema’s, kleurtjes, pijltjes
Kristel: “We verzorgen diverse meerdaagse trainingen, zowel voor omgevingsdiensten als bedrijven. Daarvoor maken we presentaties met theorie, maar ook casussen waarmee de deelnemers zelf praktisch aan de slag gaan. Als de groep groot is, splitsen we deze op per onderwerp, bijvoorbeeld industrieel en agrarisch, en diepen de stof dan in klein verband verder uit.”
Bij hun uitleg maken Kornelis en Kristel veel gebruik van stroomschema’s, zoals ze in deze Milieu te vinden zijn bij Kristels artikel over de laatste loodjes tot de invoering van de Ow. “We zijn wat dat betreft allebei meer bèta’s,” zegt Kornelis. “Schema’s, kleurtjes, pijltjes – zo kun je de Omgevingswet analyseren en visualiseren. Dat is een meerwaarde van onze trainingen, hoor ik van de deelnemers.”
Op 11 december was er een aparte bijeenkomst voor zzp’ers. “Die missen vaak iemand om mee te sparren,” stelt Kristel. “Het is dan leuk om ze bij elkaar in een sessie te zetten, je krijgt dan meer uiteenlopende vragen en ze leren meteen ook van elkaar.”
Open toekomst
Hoe ze de toekomst van K2 zien? Kristel: “Ik wil eerst zoveel mogelijk mensen goed voorbereiden op het werken met de Omgevingswet. Daarna zie ik het wel – ik ben niet zo’n planner.” Kormelis spreekt wel de ambitie uit om K2 de komende jaren verder te blijven ontwikkelen, door het geven van trainingen, maar wellicht ook door andere vormen van advisering. “Ik vind het bouwen en ontwikkelen van een bedrijf erg leuk.” En… betekent doorgaan dat er nog meer mensen bij kunnen? “Ik zie eerder een samenwerking met andere zzp’ers voor me,” stelt Kornelis. “Bijvoorbeeld als het specifiek over ruimtelijke ordening gaat, dat we dan mensen inhuren.” Gezien de bedrijfsnaam is dat misschien ook wel zo praktisch…
Wie meer wil meer weten over de sectie Milieurecht en Praktijk, of over het (samen) beginnen van je eigen trainingspraktijk, mag altijd contact opnemen met Kristel en/of Kornelis via hun website: https://k2ow.nl.
OUD Schilderijen als herinnering
Hoe landschappen worden gebruikt in de kunstgeschiedenis van de Europese schilderkunst heeft te maken met verschillende wereldbeelden ten opzichte van de natuur en is niet altijd natuurgetrouw. Opvallend genoeg bleek dit wel bij sommige voorbeelden die juist geïdealiseerd leken. Want waren de landschappen van de getijdenboeken van de Nijmeegse Gebroeders van Limburg geïdealiseerd? Of waren de kavels op de verpachte landerijen in Nijmegen en omstreken in het land van Maas en Waal écht zo romantisch klein en omheind met hagen?1
Het laatste is heel aannemelijk, want volgens de geoloog Jan Piket2 bereikten natuur en cultuur een maximaal evenwicht in de middeleeuwen. Piket onderzocht aan de hand van 19eeeuwse cartografie van Tranchotkaarten de historisch-geografische gegevens van het landschap dat de gebroeders Limburg in hun jeugdjaren in regio Nijmegen moeten hebben ervaren en uiteindelijk gedrieën hebben vastgelegd in miniaturen tussen 1400 en 1416. Zo getuigen tenminste hun beroemde getijdenboeken van het evenwicht tussen natuur, cultuur, hoofse en christelijke cultuur in het middeleeuwse Europa. Deze miniaturen lijken een ideaalbeeld, maar ze zijn realistisch. Dat blijkt uit de systematische verkenning van geograaf Tranchot in de Napoleontische tijd – vlak voordat de industriële landbouw, van kavelvergroting en monocultuur van snijmais in plaats van rogge en tarwe, zijn intrede deed. Deze militaire Tranchotkaarten3 tonen ‘oppervlaktewater, hellingweergave, bodemgebruik, nederzettingen, wegen en toponiemen’. Ze bieden een betrouwbare weergave van de gelaagdheid in het landschap rond 1800 van zowel eeuwenoude bospaden uit de tijd van de nomadische jager-verzamelaars als de vaste nederzettingen van de vroegste landbouw en de ontwikkeling van landbouw rondom opkomende steden in de vroege middeleeuwen van de Nederlanden – voordat de ontginningen begonnen voor de opkomende industrie. De grenzen tussen landschapseenheden werden geaccentueerd door heggen en hagen. Deze landschappelijke verscheidenheid, die tot in de 19e eeuw behouden bleef, werd op de Tranchotkaart nauwkeurig vastgelegd en dus ook al eeuwen eerder in de middeleeuwse miniaturen van de gebroeders Van Limburg.
Op het veelluik ‘Lam Gods’ (1432) van de gebroeders Eyck4 van een Paradijstuin staan meer dan 75 gedetermineerde bloemen, kruidenplanten en bomen met ieder hun eigen christelijke symboliek. Dit altaarstuk geeft een schat aan informatie over welke flora aanwezig en bekend was in de 15e eeuw. Goed, tegelijk bloeiende voorjaarsbloeiers en hoogzomerplanten is ecologisch niet accuraat, maar de weergave van de individuele planten wel.
Zo zien we dat de schilderkunst herinneringen levend kan houden aan oude Nederlandse rivierlandschappen, wolkenformaties, zomereiken, hagen- en plantensoorten. Ook laat zij zien welke vogels eeuwenlang gemeengoed waren in ons drassige kikkerlandje.
De hop verdreven naar de fantasie
Deze herinneringen moeten we ook levend houden, om te ontkomen aan het ‘shifting baseline syndrome’. Dit syndroom – een verschuivend referentiekader over wat eigenlijk de natuur was in de lage landen – verschuift per generatie.5 Dit kader kunnen we wel met herinneringen levend houden, met kennisoverdracht van flora en fauna in de Nederlandse landschappen uit verschillende disciplines.
Op het bijna vier meter brede veelluik ‘Tuin der Lusten’ (1503-1515) heeft Hieronymus Bosch (?-1516)6 bijvoorbeeld de hop geschilderd. De zwartgerande gekuifde hop, met zijn zwart-wit gestreepte staart en vleugels en rozenbruine borst, staat als vanzelfsprekend tussen een ijsvogel, roodborstje, putter, groene specht en een woerd, als een kleurige alledaagse vogel die veel voorkwam in de 16e eeuw.
Inmiddels is er in Nederland nog één plek bekend waar een hop is waargenomen; de meeste tellers missen deze vogel niet eens bij de nationale vogeltelling. Weinigen kennen de hop – niet van horen zeggen, laat staan zelf gezien – tenzij hun ouders fervente vogelaars waren.
Nog een paar jaar minder habitat, en nog minder insecten door klimaatverandering en pesticides, en er wordt in Nederland helemaal geen hop meer waargenomen. Deze flink gekuifde vogelsoort zal dan schijnbaar aan de fantasie van Hieronymus Bosch ontsproten lijken te zijn – alsof hij nooit heeft bestaan. Toen ik studenten vroeg welke van de vogels op Bosch’ werken niet echt bestaan, wezen ze allemaal de hop aan. Dit geeft aan hoe ‘onwerkelijk’ een soort kan worden.
Kunstgeschiedenis die meer wordt gekoppeld aan cultuur-geografisch en natuurhistorisch kennisonderzoek kan veranderingen in interactie met het milieu door de tijd heen bestuderen. Door de impact van menselijke activiteit op het milieu, het landschap en bloemen, planten en dierensoorten in taal en beeld uit te drukken kunnen we een duurzamer en verantwoordelijker omgang met onze natuurlijke omgeving bevorderen, en een collectief natuurhistorisch bewustzijn en de wederzijdse verwevenheid en verbondenheid met de natuur gaan voeden.
- Verhoeven, De Gebroeders Van Limburg – Leven, werk en wereld, 2005 Nijmegen
- J.C. Piket, Het Duurzame landschap volgens de gebroeders Van Limburg. Archief Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap, www.geography.nl
- Jan J.C. Piket, De betekenis van de Tranchotkaart voor historisch-geografisch landschapsonderzoek. Kartografisch Tijdschrift XIII (3): 49-51, 1987
- Peter Schmidt, Het lam gods. Een verhaal van god en mens, Sterck & De Vreese, 2021
- Marc Argeloo, Natuuramnesie. Hoe we vergeten zijn hoe de natuur er vroeger uitzag, 2022, Atlascontact, Amsterdam/Antwerpen p. 322
- Hans Belting, Hieronymus Bosch. Garden of earthly Delights, Prestel Verlag, München, Londen en New York, p.52-54. Afbeelding detail Hieronymus Bosch, Tuin der Lusten (1503-1515), collectie Museo del Prado, Madrid
-
Broedplaats voor startups (copy)
Vorige pagina
Warning: Undefined array key -1 in /var/hpwsites/u_twindigital_html/website/html/webroot/milieu.vvm.info/wp-content/plugins/diziner-core/lib/TwinDigital/Diziner/Core/Post.php on line 965
-
Broedplaats voor startups (copy)
Volgende pagina
Warning: Undefined array key 0 in /var/hpwsites/u_twindigital_html/website/html/webroot/milieu.vvm.info/wp-content/plugins/diziner-core/lib/TwinDigital/Diziner/Core/Post.php on line 928
Externe Links
VVM-Lidmaatschap 2024
- Persoonlijk: € 150,-; buitenland: € 176,-
- Studenten: € 15,-
- Young (t/m 35): € 95,-
- Gepensioneerden, partners en uitkeringsgerechtigden: € 95,-
- Proeflidmaatschap (6 mnd): € 80,-
- Organisatielidmaatschap: vanaf € 1000,-
- Abonnementsprijs 2024 € 150,-; toeslag buitenland € 26,- (excl. 9% btw); Los nummer: € 25,- (excl. 9% btw)